Niet lang na het overlijden van onze trouwe viervoeter Max in 2004 kwamen we met zijn allen tot de conclusie dat we een nieuwe hond erbij wilden. Dit keer zouden we niet wachten op een “left over” uit de praktijk of het asiel maar we zouden een rashond aanschaffen. Ik was al sinds mijn studententijd gecharmeerd van een relatief onbekend ras, de Landseer. Niet alleen het uiterlijk maar ook de rastypische eigenschappen leken goed te passen bij ons gezin.
Zoals bijna alle mensen die tegenwoordig een hond willen aanschaffen begon onze zoektocht op het internet. Een van mijn assistenten wees mij op een fokker van Landseers in het oosten van het land. Hij fokte mooie honden, die nationaal en internationaal ook op exterieur wedstrijden hoog scoorden. Het was de mond op mond reclame en de sporen die de fokker had verdiend met zijn gefokte honden die ons overtuigden. Hier zouden wij onze Landseer pup van willen.
Zoals bijna alle mensen die tegenwoordig een hond willen aanschaffen begon onze zoektocht op het internet. Een van mijn assistenten wees mij op een fokker van Landseers in het oosten van het land. Hij fokte mooie honden, die nationaal en internationaal ook op exterieur wedstrijden hoog scoorden. Het was de mond op mond reclame en de sporen die de fokker had verdiend met zijn gefokte honden die ons overtuigden. Hier zouden wij onze Landseer pup van willen.
We namen contact op en kregen
te horen dat we moesten wachten op een nog te fokken nest. Oei, zo lang? Als je eenmaal besloten hebt
dat er een nieuw hondje mag komen, dan wil je hem eigenlijk liefst zo snel
mogelijk. Het gezonde verstand overwon, we
gaan gewoon wachten op een pup van een goede fokker. Niet je heil zoeken bij internethandelaren die
snel een pup uit een hoge hoed kunnen toveren. Immers dat zijn vaak honden die gefokt worden met een commercieel motief en dan staat niet de
kwaliteit en de gezondheid van de gefokte pup op de voorgrond maar het
commerciële belang. Als dierenartsen zien we regelmatig de ellende van dit
soort fok praktijken.
We wachtten ruim een half
jaar en toen kwam het mailtje dat er een teef gedekt zou worden waar wij dan
mogelijk een pup van zouden mogen betrekken. Echter eerst moest de fokker nog bepalen of wij
in aanmerking komen om de hond een goed huis te bieden. Daarna kwam het volgende
punt, de fokker beslist welke pup je toebedeeld krijgt. Bij onze studie diergeneeskunde
leerden we dat je als nieuwe eigenaar het nest en de reactie van de pup op jou en
je familie goed moet beoordelen. In dit geval had onze fokker duidelijk de leiding
en koos een pup voor ons uit.
Als orthopeed word ik nogal
eens geconfronteerd met heup- en elleboogdysplasie en het is bekend dat hier
een erfelijke basis aan ten grondslag ligt. Dus controleerden we achtergrond
van de teef en de reu. En ik raakte op
basis van het stamboom onderzoek overtuigd, deze pup heeft goede
voorouders. Wat kan er nog mis gaan, we hebben alles gecontroleerd en alles lijkt
helemaal perfect. De gezondheid van onze nieuwe pup stond voorop.
Toen kwam onze Meike, een prachtig bolletje zwart witte wol. En wat was ze leuk en lief, goed met de kinderen en uitermate speels. Ze groeide als kool en in de loop van de eerste maanden werd ons al duidelijk, ze vertoonde verschijnselen die je ziet bij puppies die last hebben van hun heupen. Veel liggend spelen, snel gaan zitten als je aan het praten bent met kennissen op straat en ga zo maar door. Aanvankelijk dacht ik 'je bent doemdenker' dus stelde ik het onderzoek nog een paar weken uit. Dan uiteindelijk test je je eigen hond en kom je tot de conclusie dat ze inderdaad heupen heeft met de potentie om op termijn verkeerd te ontwikkelen, kortom onze pup heeft HD. Raar maar waar, ik twijfelde aan mijn eigen bevindingen en liet collega Dick van Zuilen ook Meike onderzoeken. Na het onderzoek en aanvullende röntgenfoto’s is het zeker, ze heeft aanleg voor heupdysplasie.
Toen kwam onze Meike, een prachtig bolletje zwart witte wol. En wat was ze leuk en lief, goed met de kinderen en uitermate speels. Ze groeide als kool en in de loop van de eerste maanden werd ons al duidelijk, ze vertoonde verschijnselen die je ziet bij puppies die last hebben van hun heupen. Veel liggend spelen, snel gaan zitten als je aan het praten bent met kennissen op straat en ga zo maar door. Aanvankelijk dacht ik 'je bent doemdenker' dus stelde ik het onderzoek nog een paar weken uit. Dan uiteindelijk test je je eigen hond en kom je tot de conclusie dat ze inderdaad heupen heeft met de potentie om op termijn verkeerd te ontwikkelen, kortom onze pup heeft HD. Raar maar waar, ik twijfelde aan mijn eigen bevindingen en liet collega Dick van Zuilen ook Meike onderzoeken. Na het onderzoek en aanvullende röntgenfoto’s is het zeker, ze heeft aanleg voor heupdysplasie.
Als orthopeed zie ik dagelijks eigenaren die een puppie hebben gekocht, daarbij alles in het werk hebben gesteld om een gezonde pup te kopen (goede fokkers, goede papieren van de voorvaders en moeders, lang gewacht op een nest etc) en dan toch behoorlijk gedesillusioneerd zijn als de hond toch heup of elleboog dysplasie heeft. Ik dacht dat ik me al kon inleven in wat zij doormaakten, maar het bleek veel erger dan ik ooit had kunnen vermoeden.
Overigens leef ik in de
overtuiging dat de fokkers van onze Meike echt netjes gefokt hebben echter dat
bied dus geen garantie op een hond die toch uiteindelijk de erfelijke aanleg heeft
voor heupdysplasie. Het is gewoon echt balen.
In mijn volgende blog vertel ik over hoe wij gekozen hebben Meike te behandelen en waarom.
In mijn volgende blog vertel ik over hoe wij gekozen hebben Meike te behandelen en waarom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten