dinsdag 22 september 2015

Zwemmen met Meike

Vele viervoeters op het strand

Afgelopen maanden waren ze er weer, die dagen van boven de 30 graden. En dan is er niets lekkerder, althans dat vind ik, dan naar het strand gaan. En dan wel een “honden minnend strand”. Lekker naar de zee, een beetje chillen, genieten van de zon in het zand en af en toe lekker zwemmen. Mijn persoonlijke voorkeur, en die van vele, is Parnassia op de kop van Bloemendaal. Een goede combinatie van een leuke strandtent, een fijn strand en vaak goede parkeer gelegenheid. Ik durf het bijna niet hardop te zeggen, maar het is mijn mening dat de ontspannen en gezellige sfeer die daar op het strand aanwezig is, komt door het bij elkaar komen van vele viervoeters en mensen die honden leuk vinden.  


Mooi of slecht weer, het strand is altijd goed!

Cato is echt de snelste

Onze honden vinden het strand altijd fun of het nu mooi of slecht weer is. Als we door de slagboom bij de duinen gaan weten ze het al, dan staan ze zich te verdringen in de achterbak. Als de klep open gaat dan rennen ze een vreugderondje op de parkeerplaats, om zich volledig te focussen op “de bal” en de werpstok die ik in mijn hand heb. Ze zijn allebei gek op de bal. Cato is, helaas voor Meike, de snelste en pakt de bal het vaakst maar dat mag de pret niet drukken. 

Meike gaat er, ondanks haar zwakke orthopedische gestel, vrolijk achteraan. En als ze de bal eens per ongeluk heeft is ze de koningin van het strand. Van slenteren gaat ze parmantig paraderen en laat ze de bal niet meer los, tot grote frustratie van Catootje. Soms denk ik 'waar is de bal nou' en dan kijk ik achter die gordijnen van lippen en constateer dat de bal dan nog steeds in haar mond zit. Gedwee laat ze hem dan uit haar mond vallen en kijkt met weemoed naar de bal omdat ze weet dat Cato deze bij de volgende worp weer als eerste zal gaan ophalen. 


Meike helemaal in haar element

Eén moment dat Meike de baas is

Er is echter één moment waarop Meike Cato de baas is, en dat is met het apporteren van de bal uit het water. Cato durft niet door de golven, wel in het water maar niet door de branding. In zoet water zwemt ze hele einden en is nergens bang voor maar die branding van de zee, die roept echt een diepgewortelde angst op. En daar profiteert Meike volop van. Als ze parmantig kon zwemmen dan deed ze dat. Ze gaat vol de golven in en door de branding de volle zee op en dan haalt ze snel de bal om die vervolgens op het strand terug gekomen netjes te bewaren in haar kamertje achter die zwart wit gespikkelde gordijntjes. 

Dat Meike de branding kan trotseren geeft haar nog een privilege. Ze kan, en dat doet ze graag, mee gaan zwemmen. Net als ik mag ze graag een half uurtje “baantjes trekken”. Een term die nog stamt uit de tijd dat ik elke dag in het zwembad lag om aan mijn conditie te werken (lang geleden hoor). Meike is een echte zwemmer. Een beetje zoals de beelden op YouTube als je als zoektermen “landseer” en “rescue” intypt. Het liefst zwemt ze zo dicht mogelijk bij je. Wat op zich geen aanrader is want ze maakt grote slagen met haar poten en zonder enig kwaad te willen doen is er wel eens wat persoonlijk contact. Je moet dus zorgen dat je sneller zwemt dan Meike en als laatste een noodscenario een bal gooien als ze sneller is. De liefde voor de bal is groter dan die voor jou als baas, en dat geeft je weer een kleine zwemvoorsprong. Anders kom je het water uit vol met grote rode striemen van haar lieftallige nagels. 


Cato vindt het maar niets, die branding
Cato, volledig in de stress op de kant, weet ondertussen van gekkigheid niet wat ze moet doen. Ze wil het water wel in maar hoe zeer ze zich dan ook over haar angst probeert heen te zetten het lukt haar niet. En uit volledige frustratie gaat ze zo hard als haar benen haar kunnen dragen naar de handdoeken verder op het strand. Alwaar ze gealarmeerd fier voor zich uit zit te kijken, ze bewaakt de spullen en wacht tot op het moment dat je je weg terug baant naar het strand. Als je net door de golven komt het strand op loopt dan komt ze als een dolle dries naar je toe rennen en toont ze hoe blij ze is je weer te zien. En Meike krijgt een paar snauwen.. Uiteindelijk is er op het land maar één de baas en dat is Cato. 

dinsdag 1 september 2015

Meike 6 maanden na de stamcellen

Effect!

“Je ziet het wel, dat die stamcellen wat doen bij Meike” zei laatst één van de vele hondenuitlaters op het Hemmeland. Iedereen leeft met haar mee en kijkt ook kritisch wat het effect is van de stamceltherapie. En ik ben het met deze dame eens. Meike is na het injecteren van de stamcellen in haar heupgewrichten beter gaan lopen. Ze is enthousiaster en ze kan meer. 


Meike met haar vriendin Cato net na de behandeling met stamcellen
Het effect van de stamcellen 3 weken na injectie was evident. De hond liep beduidend beter en die verbetering zette zich ook door in de maanden die erop volgde. Maar na een maand of drie leek de werking iets af te nemen. Dat constateerde niet alleen wij maar ook de omstanders en honden liefhebbers om ons heen.

Wat aan Meike opviel in de eerste drie maanden, was dat ze makkelijker overeind kwam, maar vooral ook weer wilde rennen, ballen ging halen en ook weer flink ging zwemmen. De rechter achterpoot is ze nooit normaal gaan belasten, daar zat een slag in en die bleef je zien. Maar zo volledig door haar achterbenen zaken deed ze niet meer. Na drie maanden viel ons op dat ze toch weer vaak ging slenteren. Natuurlijk ze hoeft niet zo levenslustig te zijn als haar huisgenoot Cato van net 2 jaar, maar 200 meter achter je aan gaan lopen is weer wat anders. Na 3 maanden moesten we haar toch weer af en toe een pijnstiller geven als ze meer had gedaan.

Nu last van de ellebogen


Het lastige bij Meike is dat ze vooral kreupel liep in de achterhand toen wij haar de stamcellen toediende.  Echter er is meer orthopedisch mis met haar. Ze heeft helaas ook elleboog dysplasie, weliswaar  leek dat probleem minder groot dan het probleem van de achterbenen. Maar als ik nu kijk hoe ze overeind komt dan heeft ze niet alleen last van haar achterbenen maar ook van de voorhand. De ellebogen hinderen haar toch ook in haar dagelijks bestaan, meer dan ik had ingeschat.


Kunstheup of stamcellen? 


Toch moet ik concluderen dat bij Meike de stamcellen haar levensvreugde wel hebben vergroot. Maar dat het resultaat niet vergelijkbaar is met een hond heupartrose waarbij we een totale heup prothese hebben uitgevoerd. Die honden lopen in mijn optiek echt beter.

Hadden we er achteraf dan beter aan gedaan Meike te voorzien van een kunstheup? Dat is een gewetensvraag. Meike is vrolijker dan ze was en daarmee heeft de stamceltherapie dus toegevoegde waarde voor haar. Maar als we haar een nieuwe heup hadden gegeven was  ze mogelijk nog gelukkiger geweest. Waarbij opgemerkt dat ook vele malen ongelukkiger had kunnen zijn, als ze complicaties had gehad van het plaatsen van een nieuwe heup. Die complicaties treden niet vaak op maar als ze wel ontstaan zijn ze vaak zo heftig dat je gewenst had  de operatie niet te doen. Dat maakt het kiezen van de juiste therapie ook zo moeilijk.

In de overweging kunstheup of stamcellen, heb ik naast de complicatie kans van de twee ingrepen ook meegenomen dat Meike niet alleen afwijkende heupen heeft maar ook versleten ellebogen. Ook al krijgt ze nieuwe heupen, daarmee zijn haar ellebogen nog steeds pijnlijk.  Daarom leken de stamcellen mij een betere optie.

Niet 'the one and only solution'


Is de stamceltherapie de oplossing voor honden met artrose? Als ik naar Meike kijk, doet het zeker wat, mogelijk zelfs meer dan ik had verwacht. Maar het is op het moment niet “the one en only solution”. Het is een aanvullende therapie net zoals vele artrose behandelingen. We kunnen de ziekte dragelijker maken, het gaat niet over.  

Het effect van een behandeling beoordelen we in de wetenschap niet alleen op één patiënt.  Het gemiddelde effect van de therapie kunnen we alleen vaststellen op een grote groep patiënten. En bovenal liefst vergeleken met een placebo behandeling (bv een injectie met steriele vloeistof in het gewricht in plaats van stamcellen).



Kortom aan het verhaal van Meike kunnen we geen conclusies verbinden over de effectiviteit van de werking van stamcel therapie, dat zou te kort door de bocht zijn. Daar is meer onderzoek voor nodig. Waar mogelijk zou ik graag een steentje bijdragen aan dit type onderzoek in de toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat stamceltherapie aan de basis van de behandeling van veel aandoeningen staat en er nog veel toepassingen worden ontwikkeld in de komende jaren.

Alles evaluerend denk ik wel, dat ik beter de stamcellen bij Meike zowel in de ellebogen als in de heupen had moeten spuiten. Maar op dat moment was het voor mij niet zo duidelijk dat die ellebogen haar zoveel klachten opleverde. Kon ze maar praten, dan had ze ons kunnen vertellen wat haar het meest pijn deed en hoe de verhouding van pijn was als ze de voor en achterbenen met elkaar vergeleek.  Helaas dat kunnen ze niet en dat maakt ons vak dus best moeilijk. En soms moet je dan ook vast stellen dat je achteraf beziend, de zaken anders had aangepakt.


Maar het is makkelijk praten achteraf! Als je wist dat je ging vallen dan ging je van te voren liggen (Quote Annie Maarschalkerweerd- van der Molen). En zo is het.